Het is zonnig en warm buiten. Je wilt een frisse snack maar je hebt even geen zin in de calorieën van een Italiaans ijsje. Een heerlijk sappige watermeloen, dat smaakt naar meer! Terwijl je zelf smult van een stuk watermeloen wordt je aangestaard door jouw hond. “En ik dan?” lijkt jouw hond te vragen. Goede vraag, mag jouw hond ook watermeloen eten? Of moet je huisdier het doen met een bak water en een aai over de bol? Alles wat je moeten weten over honden en watermeloenen lees je op deze pagina.
Kun je een hond watermeloen geven?
Je weet misschien al dat een hond niet zomaar alle soorten groente en fruit mag eten. De spijsvertering van een hond is niet gemaakt om plantaardige cellen te verteren, daarnaast kunnen zoete vruchten veel calorieën leveren. Watermeloen bestaat voor een groot deel uit water, dit zal geen nieuws voor je zijn. Mensen eten vooral deze vrucht als het buiten warm is, juist omdat het zo’n lekker frisse waterbom is die heerlijk smaakt in de zomer. Jouw hond zal graag een stukje proeven, gelukkig is dit geen probleem. Het korte antwoord is dus “ja, je mag een hond watermeloen geven”. Maar stop nog niet met lezen, want er zijn wel enkele aandachtspunten waar je rekening mee moet houden.
Wat eten honden eigenlijk?
De voorouders van honden zijn wolven. Deze dieren zijn zeker niet uitgestorven, het is ook heel eenvoudig om te zien dat zowel wolven als honden carnivoren zijn. Wilde wolven jagen op hun prooi en verorberen deze met hun scherpe tanden. Flinke stukken vlees worden doorgeslikt, dierlijk weefsel is goed te verteren in de relatief korte darmen en maag. Honden verschillen biologisch gezien niet zo gek veel van wolven, ze behoren beide tot de carnivoren. Dit zijn vleeseters die slechts weinig plantaardige producten eten.
Honden zijn niet in de natuur ontstaan, ze zijn door mensen generaties lang gefokt op specifieke kenmerken. Zo moeten ze gehoorzamen, sommige rassen jagen, andere hoeden enzovoorts. Per hondenras kunnen de uiterlijke en innerlijke kenmerken behoorlijk afwijken. Toch vertonen ze lichamelijk nog steeds veel overeenkomsten met wolven. Door te fokken op unieke eigenschappen kun je een hond goed trainen. Zo kunnen Retrievers uitstekend dieren naar hun baasje brengen tijdens de jacht. Ze peinzen er niet over om een eend zelf op te peuzelen, met hun ‘zachte beet’ voorkomen ze dat het dier beschadigd raakt. Toch blijven het gedomesticeerde wolven.
Een carnivoor eet vooral vlees maar niet exclusief. Een wolf zal ook bessen eten. Voor wat snelle energie, voor het vocht of gewoon omdat zoetigheid ook voor wilde dieren lekker kan zijn. Een hond is een carnivoor met scherpe tanden en een kort darmstelsel, toch kunnen ze plantaardig voedsel iets beter verdragen. Dit komt omdat ze eeuwenlang voor een deel met de menselijke baasjes mee moesten eten, we kennen niet voor niets de uitdrukking “de hond in de pot vinden”. Eigenlijk is de darmflora gemaakt om vlees te verteren, toch zullen ze niet van alle soorten groenten en fruit ziek worden.
Planten hebben cellen. De celwanden zijn sterk en worden door honden niet of nauwelijks afgebroken. Dit betekent dat de voeding weer via de ontlasting naar buiten komt. Bij producten die niet giftig zijn maar wel stevige celwanden bezitten kun je deze plantaardige voeding eerst stomen en vervolgens pureren. Dan worden de bouwstoffen beter opgenomen in het bloed. Een exclusief plantaardig dieet voor honden is vrijwel onmogelijk, als extra of aanvulling is het wel een optie. Dit geldt ook voor watermeloen, al hoef je deze vrucht niet eerst te stomen of pureren.
Porties zijn belangrijk
Je mag honden watermeloen geven zonder eerst te verhitten. Het is wel beter om de meloen te verdelen in kleine stukjes. De meeste honden schrokken hun voeding naar binnen, grote stukken verteren niet goed wat maagklachten kan veroorzaken. Daarnaast kun je met kleine stukjes de hond belonen, ze houden enorm van dergelijke traktaties.
Grote stukken fruit kunnen problemen geven met doorslikken, daarnaast kunnen ze ook zwaar op de maag liggen. De celwanden worden niet voldoende afgebroken waardoor ze darmklachten krijgen. Denk aan gas, winden laten en diarree. Het is mogelijk dat honden een allergie ontwikkelen of overgevoelig worden voor plantaardige producten. Het lichaam constateert vreemde voedingswaren en gaat hier antistoffen voor produceren. Het afweersysteem kan heftig reageren wat zich kan uiten in klachten aan de maag of darmen, uitslag op de huid en jeuk. Sommige honden reageren direct op onnatuurlijke stoffen, het is ook mogelijk dat het afweersysteem pas veel later in werking treedt. Blijf je hond dus in de gaten houden, ook nadat je meerdere malen watermeloen aan je hond hebt gegeven.
Een andere reden om je hond geen grote porties te geven is de hoeveelheid calorieën in fruit. Koolhydraten zijn suikers, en die hebben honden nog minder nodig dan mensen. Gelukkig bestaat een watermeloen voor bijna negentig procent uit water.
Hoe zit het met de schil en pitjes van watermeloenen?
Hoewel de schil in principe niet giftig is, kunnen watermolen daar wel resten van bestrijdingsmiddelen in opslaan. Je kunt daarom het beste de schil eerst verwijderen, die eet je zelf ook niet! Ook bij de pitjes is voorzichtigheid geboden. In beginsel zijn ze niet gevaarlijk, met name de grotere pitten in het midden kunnen voor verstopping zorgen. Verwijder ze bij voorkeur alvorens je hond watermeloen te geven. In tegenstelling tot sommige andere vruchten zal je hond er normaal gesproken niet direct schade van ondervinden.
Als je vermoedt dat jouw hond een allergie heeft of een voedselvergiftiging heeft opgelopen, neem dan direct contact op met de dierenarts.
Table of Contents